IJslandLanden

Myvatn en Dettifoss

posted by Vandeketting 8 juli 2014 0 comments
Myvatn

We vertrekken uit Akureyri met een zonnetje en hebben een mooi uitzicht over de stad vanaf de andere kant van de fjord. Lang duurt het mooie weer niet, want nog voor we beginnen aan de beklimming van de pas naar de volgende vallei hebben we het regenpak alweer aan. Aan de andere kant wordt het ook nog eens flink kouder en dat blijft de rest van de dag zo. Koud, nat en hongerig stoppen we tussen de middag bij een hotel ergens in de middle of nowhere. We kunnen er niets eten, want er is één of ander geologencongres bezig. Koffie kunnen we wel krijgen, en samen met twee andere Nederlandse fietsers die uit Myvatn komen eten we onze eigen boterhammen en koekjes daarbij op en warmen op in de lobby achter het sportzaaltje.

Niet veel verder is Goðafoss, waar we nog een paar Duitse fietsers ontmoeten, één die hier al 30 jaar komt en altijd deze waterval even bezoekt. We ploeteren traag verder naar Myvatn, opgehouden voor de wind die schuin tegen staat en een langzaam oplopende weg. Het blijft koud en nat en het is al laat als we de oevers van het vulkanische meer bereiken. We kiezen voor de dichtstbijzijnde overnachtingsplaats, Skútustaðir, en treffen het met een mooie kamer in de gezellige guesthouse daar.

De omgeving van Myvatn is één van de meest actieve vulkanische gebieden in IJsland en dat uit zich in een groot aantal objecten van vulkanische oorsprong. Meteen bij de guesthouse ligt een aantal pseudokraters, gevormd door stoomexplosies toen lava de drassige ondergrond bedekte. Een paar kilometer verderop een wandelpad door een bos (sowieso al een zeldzaamheid) naar een aantal grillige lavarotsen in het meer. Nog wat verder beklimmen we de mooie kegelvulkaan Hverfell en lopen de anderhalve kilometer rondom de kraterrand.

Reykjahlíð is de grootste plaats rond het meer (300 inwoners) en hier zetten we de tent op. Bij het informatiekantoor vragen we of de weg naar de Askja vulkaan richting het zuiden begaanbaar is, want dat was ons plan voor de komende dagen. Het wordt ons hard afgeraden: er zijn twee of drie rivieren die door het vele smelt- en regenwater erg hoog staan én Askja zelf is waarschijnlijk nog niet bereikbaar omdat er nog sneeuw ligt (ze zijn sneeuwtunnels aan het graven voor de eerste trips). Als alternatief raden ze ons aan de beide zijden van de canyon van Gullfoss naar Ásbyrgi te doen.

Eerst nog een dagje sightseeing hier, helaas weer in de kou en regen. Eerst het veld met kokende modderpotten, stomende steenhopen en poeltjes en bodems waar zich pastelkleurige kristallagen hebben afgezet. Daarna het grote, actieve lavaveld bij Krafla waar we ons zelfs kunnen warmen aan dampende rotsen.

De weg naar Gullfoss is een beetje een eentonige steenwoestijn, maar de grootste waterval van Europa maakt dat meer dan goed. De onverharde weg naar Ásbyrgi is aardig, maar wel zwaar door het vele op en neer gestuiter. Van de kloof zien we maar weinig, behalve op de camping zelf, want die ligt midden in het brede dal dat vroeger de rivierbedding was. We lezen dat het ravijn zo’n 3000 jaar geleden in een paar dagen is ontstaan toen een gletsjer onder de Vatnajökull-ijskap doorbrak.

Op de terugweg aan de andere kant van de canyon is de weg niet veel beter, maar de uitzichten wel! Op de mooiste plek picknicken we hoog boven de rivier en de watervallen en zitten zelfs uit de wind en in de zon. Vervolgens wel een heel slecht stuk weg waar we op het vlakke nauwelijks 10 km/uur halen. We stranden op camping Grimstadir I, een kaal grasveldje met een toiletkeetje en een gastank, gerund vanuit de naastgelegen bed & breakfast waar we in de huiskamer koffie drinken.

De volgende dag weer een stuk op de Rondweg, eerst door een mooi dal, dan verder omhoog en terug naar de “highlands” van het binnenland. We boffen met helder weer en ver weg zien we Herðubreið, IJslands beroemdste tafelberg, en daarachter ook Askja. We rijden zelf mooi in de richting van een ijskap. Kort daarop draait de weg echter en hebben we de harde win pal tegen. We eindigen de dag op de camping bij een hotel op de weg naar Egilstadir. Daar eten we ’s avonds en zien de inmaakpartij van Duitsland tegen Brazilië. We ontmoeten er ook een Belgische fietser die in ruim twee weken vanuit Reykjavik hierheen is komen fietsen en nu nog drie dagen overheeft voor de ruim 600 km terug. Met dag en nacht fietsen denkt hij het wel te halen.

You may also like

Leave a Comment