IJslandLanden

Oostfjorden

posted by Vandeketting 14 juli 2014 0 comments
Oostfjorden

Nu we niet naar Askja gaan hebben we wat tijd over en op aanraden van de reisgids kiezen we voor de doodlopende weg naar Bakkagerði, volgens de gids “het mooiste fjord van IJsland”. De weg ernaartoe is al prachtig; langs een smalle rivierkloof uitgesneden tussen de groene heuvels, aan de ene kant omhoog lopend naar de ijskap die we eerst van de andere kant zagen, en aan de andere kant grasland met op de achtergrond de scherpe, besneeuwde bergkammen waar we langzaam heen fietsen. Grutto’s, tureluurs en wulpen vliegen schreeuwend om ons heen en bij de verspreide boerderijen grazen IJslandse paarden.

We passeren een woeste stuwrivier, een wat steniger gebied met rotsplantjes en daarna een lange, kaarsrechte doorsteek door een brede delta met links van ons de oceaan. De pas die ons van de fjorden scheidt is een paar kilometer lang, onverhard en heel steil. De tankwagen die om onverklaarbare reden heen en weer rijdt om de weg nat te houden en die daarmee in een zompig modderpad verandert maakt het nog een tandje zwaarder.

Bakkagerði is inderdaad mooi gelegen aan een fjord en aan alle kanten ingeklemd door mooie bergkammen. We komen net na sluitingstijd bij de enige winkel, maar we mogen gelukkig nog even een maaltje bijelkaar graaien. Als beloning jat Koen per ongeluk de snoepzak van de kassière mee (die ze de volgende dag op de camping komt afrekenen). ’s Avonds kijken we in de speelzaal van het buurthuis met een grote groep de halve finale van Nederland tegen Argentinië. Gezellig, alleen jammer van de uitslag.

De volgende dag is het warm en zonnig! We besluiten een dag te blijven en maken een mooie wandeling over de bergrug naar de volgende baai. Daar liggen we zowaar een uur in de zon aan zee. ’s Avonds trotseren we de aanvallende sternen en fietsen naar de haven aan het eind van de weg waar op de rotsen een grote kolonie drieteenmeeuwen (blijkbaar zeldzaam) en papegaaiduikers zit.

’s Morgens is het weer omgeslagen. Het regent en het stormt. Het regenpak kan gelukkig snel weer uit, maar de pas terug is een hachelijke onderneming. Een deel worden we er bijna zonder trappen opgeblazen, maar bovenin komt de wind van de zijkant en kunnen we niet op de fiets blijven. We lopen naar de top en zelfs een deel naar beneden. Naar Egilsstadir hebben we de wind ook grotendeels tegen. Met de niet zo afwisselende weg (ook nog een groot stuk onverhard van slechte kwaliteit) maakt dat het een wat saaie dag. De stad is met zijn paar duizend inwoners hét centrum van het oostelijk fjordengebied en we vullen er onze voorraden aan in de grote supermarkt. Koen loopt een rondje over een mooi wandelpad én wat versnellingen op de kunststofbaan. ’s Avonds ontmoeten we in de bar bij de camping een elektrotechnicus die nu in de aluminiumfabriek in de buurt werkt, maar ook een paar jaar met zijn gezin een afgelegen vuurtoren heeft gerund.

We fietsen verder langs de oostfjorden kust die bij elke inham weer andere landschappen biedt. Meestal hangen de wolken laag en zien we weinig van de bergen waar we langs fietsen, maar vanaf de “overkant” kun je wel zien wat er boven de wolken uitstak. We overnachten in het omgebouwde kerkje van Stöðvarfjorður en de dag erna in het mooie havenplaatsje Djúpivogur waar we de WK finale zien in de plaatselijke hamburgertent.

Op dit stuk rijden veel andere fietsers, sommigen die dezelfde kant op rijden zien komen we de komende dagen nog een paar keer tegen, zelfs tot in Kirkjubaejarklaustur diep in het zuiden. Na een lange dag komen we aan op de drukke camping van Höfn waar de oostfjorden zo’n beetje eindigen en de zuidkust met de gletsjeruitlopers begint.

You may also like

Leave a Comment