We klimmen in westelijke richting Olympia uit en rijden in een lange slinger om de bergen eromheen voordat we weer het binnenland van de Peloponnesos intrekken. Eerst over een tamelijk drukke weg, maar al snel slaat het meeste verkeer af en wordt de weg smaller en rustiger en stijgt geleidelijk de bergen in, opnieuw omzoomd door kleurige en geurige voorjaarsbermen.
Het klimmen gaat al beter en we vorderen redelijk vlot. We besluiten daarom de ‘abstecher’ te nemen naar de archeologische vindplaats Alipheira, een oude kolonistenstad met tempels en stadsmuren, mooi en strategisch gelegen op berg met uitzicht over de wijde omgeving. Aldus de gids. We rijden een ruw en steil onverhard pad in en na een kilometer of vier rijden we een paar keer een stuk heen en weer langs de helling links van de weg op zoek naar het beschreven pad omhoog.
We vinden het niet, dus parkeren de fiets op een plek die zo goed mogelijk voldoet aan de beschrijving en klauteren omhoog via stapeltjes keien die we maar als steenmannetjes interpreteren. Van een pad is weinig te merken en we banen ons zigzaggend en soms onder struiken door kruipend een weg omhoog. Na een goed half uur klimmen bereiken we de heuvelrug en hebben we wat meer overzicht. We volgen wat sporen in de richting van een laag muurtje en opeens staat er een bordje bij wat stenen die grofweg in een grote rechthoek verspreid liggen. Het blijken de resten van een tempel te zijn. Bij andere keien staan nog meer bordjes, maar het lukt niet echt om er de oude stad bij te fantaseren.
We roetsjen ons een weg naar beneden en met een broek en schoenen vol distelbollen en ander stekelonkruid belanden we weer op de weg, ongeveer een kilometer verwijderd van waar we de fiets hadden achtergelaten. Met nu wel een beetje een lege maag klimmen we verder naar Andritsena, waar we de opnieuw de enige overnachters zijn in het grote hotel op het centrale marktplein. Ook hier is het pinapparaat kapot en kunnen we alleen cash betalen in ruil voor een handgeschreven bonnetje.
’s Ochtends is Jeroen Dijsselbloem op TV. Met een mengeling van “kijk ons er niet op aan” en een vragend opgetrokken wenkbrauw peilen we de hoteleigenaar en die reageert er redelijk gelaten op.
Het Griekse onderhandelingsduo Tsipras en Varoufakis kan bij hem zo te zien op minder sympathie rekenen.
In de ochtendkou suizen we in zo’n 30 km alle gewonnen hoogtemeters weer omlaag naar Karitena dat mooi in een rivierkloof ligt en de rest van de dag klimmen in de warmte weer naar het bergdorp Stemnitsa op ruim 1100 meter. Andersom is idealer, maar het is wel een mooie route met een mooi uitzicht over de vallei van Tripoli en Megalopoli.
Opnieuw zijn de beschreven overnachtingsmogelijkheden tijdelijk of permanent gesloten, maar ook nu hebben we geluk en krijgen we toch een kamer in een pensionnetje dat eigenlijk nog dicht is. Eten kunnen we in het restaurant er pal tegenover. Ook daar hadden ze nog niet op gasten gerekend, maar met de paar aardappels, tomaten, feta en eieren die er nog zijn tovert de oude dame in de keuken een prima maaltje bij elkaar. Stukken beter dan de twee Marsen die we als alternatief nog in onze tassen hadden.