“Nog wat leuks gedaan dit weekend”, vroeg mijn collega op maandagmorgen. Schuldbewust haalde ik mijn handen boven tafel en toonde haar mijn allesbehalve corporate fähige nagels die ze natuurlijk al lang had gezien. Ik had er gisteravond nog flink op staan boenen, maar echt schoon had ik ze niet gekregen. “Beetje aan de fiets geklust”.
Ik wilde het graag dit weekend doen, want nu lagen de lessen van de fietsreparatiecursus van vorige week nog vers in het geheugen. Dat was vooral een kijksessie geweest waarbij alle valkuilen en volgordes van handelingen snel werden uitgelegd en heel simpel leken. Als je er vervolgens zelf mee aan de slag gaat blijkt het opeens een stuk minder logisch. In elk geval wist ik nu nog wat ik anders moest doen als het misging.
Het was een “trip down memory lane”, die cursus vorige week. Gedurende 20 jaar is mijn werk geleidelijk veranderd van onderzoek doen in het lab naar communicatie voor de Raad van Bestuur en werken met regeringen in verschillende landen. Omgevingen waar protocollen vaak net zo belangrijk zijn als inhoud. Als die verandering geleidelijk gaat dan merk je dat niet zo erg en groei je er vanzelf in mee. Vorige week was ik in één klap weer terug tussen de licht autistische sleutelhobbyisten die ik sinds mijn TH-jaren stilaan uit het oog verloren ben. Heerlijk.
Ingrid had me ’s morgens afgezet in Kiel Windeweer. Een veenkolonie vlakbij Groningen. Dezelfde ophaalbruggetjes als bij ons in Griendtsveen en net zo onbekend in de directe omgeving. De Airbnb boys in Groningen, 20 km verderop, waar we overnachtten hadden er nog nooit van gehoord, net als de meeste van mijn collega’s in Eindhoven geen idee hebben waar ik ’s nachts slaap. De boerderij zag er wat verweerd uit, maar een zichtbaar fietsstuur achter één van de vensters deed vermoeden dat we goed zaten.
Achterom troffen we een groepje in een kring om een meegebrachte vakantiefiets. Mijn groet bleef onbeantwoord, dus ik voegde me maar in de cirkel en luisterde naar de discussie over knappende spaken. Een kleine bijdrage daaraan na een tijdje leverde geen vreemde blikken op, dus blijkbaar was ik daarmee opgenomen in de groep.
Na een half uurtje gingen we een werkplaats achter de boerderij binnen. Twee grote werktafels waren bezaaid met naven, voorvorken, trapassen en ongespaakte velgen. Eromheen grote borden vol gereedschap, ladenkasten met spaken, kabels en onderdelen en aan de kanten en op de vliering een grote verzameling van niet alledaagse racefietsontwerpen. De groep met 11 cursisten zat om een grote tafel met verschillende onderdelencatalogi, handleidingen en een fotoboek met tandems, maar ook een ovenschaal met warme kruimeltaart van appels uit de tuin. In de hoek pruttelde koffie in een grote koperen percolator. Cursusleider, fietsenbouwer en wollen truidrager Marten zat er wat onwennig bij, alsof hij te gast was op zijn eigen feestje.
Bij wijze van kennismaking schreven we onze naam op een sticker die we op onze borst plakten. Verdere introductie was niet nodig. Een inleidend verhaal ontbrak ook; in plaats daarvan verzamelden we ons rond een barrel dat in een montagestandaard hing. De ketting hing er slap bij, de remkabels staken in de lucht en de stand van het zadel zag er weinig comfortabel uit. Marten gaf een slinger aan de pedalen en meteen liep het wiel vast. “Dat is niet wat”, stelde hij vast. Aan ons de taak om uit te zoeken wat er allemaal mis was.
Een slimme truc, want zo koud bij elkaar blonk de groep vooral uit in besluiteloosheid en wat onhandig gepruts dat weinig toevoegde aan de rijwaardigheid van het sleutelobject. Marten kwam zo geleidelijk los met nerdy grapjes, aanwijzingen, wat uitleg en vooral een paar vaardige ingrepen die meteen een groot verschil maakten. Na een uurtje was hij zo lekker warmgedraaid en had hij op een praktische manier het gezag en overwicht bewerkstelligd dat leiders die ik gewend ben meestal op verbale wijze proberen af te dwingen.
We besteedden de eerste dag aan het onderhoud en reparatie van de exotische onderdelen die tegenwoordig bijna standaard zijn op Nederlandse vakantiefietsen, maar waarvan de kans klein is dat fietsenmakers in Tadjikistan of Tanzania er veel raad mee weten, laat staan onderdelen hebben. De Rohloff versnellingsnaaf (in plaats van derailleur), hydraulische remmen, fabriekslagers en naafdynamo’s gaan gelukkig zelden stuk, maar als ze het begeven heb je wel een probleem, dus wat basisonderhoud en –reparatiehandigheid is nuttige bagage op wereldreis. Gaandeweg leerden we ook het verschil tussen lagervet, vluchtige olie en montagepasta; praktische zaken die ik in mijn ingenieursopleiding helaas nooit ben tegengekomen. Terwijl Ingrid en ik ons ’s avonds in Groningen vermaakten schoven de andere cursisten bijna allemaal in kniehoge éénpersoonstentjes. De meesten vertelden dat ze die toch hadden omdat ze ook hun fietsreizen meestal zonder partners of gezin doorbrachten. Dan ben ik toch gezegend met een fietsende partner.
Dag 2 bestond uit het spaken van een wiel. Het briefje daarvan moet wel even mee op vakantie, want ik ben bang dat ik dat niet helemaal zelfstandig kan reproduceren. Vooral het zorgen dat je geen kruisende spaken vlak boven het ventiel hebt die in de weg zitten bij het oppompen van de band is even een trucje. Handige tip om te kijken of de naaf wel in het midden van het wiel zit: velg op twee bierglazen (of koffiekopjes) leggen en een stapeltje muntjes onder de naaf. Als bij omkeren van het wiel de afstand tussen naaf en het bovenste muntje gelijk is dan is het goed.
Al met al een leuk en nuttig. Ik ben alleen bang dat de paklijst er niet korter op wordt, want er moeten toch wel wat meer gereedschap en reserveonderdelen mee dan ik tot nu toe gewend was. Altijd hetzelfde compromis: het meeste zal je blijken voor niks mee te nemen, maar als je iets thuislaat zul je zien dat je dat net nodig hebt.
1 Comment
[…] Ja, we houden de veiligheidssituatie in de wereld in de gaten en proberen gevaarlijke gebieden natuurlijk te mijden. Ja, we zijn bij de GGD langs geweest en inmiddels al twee (Koen) of drie (Ingrid) keer ingeënt tegen van alles en nog wat. Nee, we hebben niet al onze hotels geboekt. Ja, we kunnen banden plakken en nog een beetje meer. […]