Van alle landen waar we hebben gefietst is er maar één dat we anderen niet aanbevelen om ook op de fiets te doen. Nieuw Zeeland. Niet omdat het er niet mooi is of omdat de mensen niet aardig zijn. Integendeel. Maar op de wegen zonder vluchtstrook zijn de automobilisten en vrachtwagenchauffeurs niet aardig en scheuren rakelings langs. En de mooiste natuur vind je tijdens meerdaagse trekkings die aan het einde van doodlopende wegen beginnen. Prachtig land dus, maar wat ons betreft bij uitzondering niet het meest geschikt om te verkennen met de fiets.
Ik heb geen idee waar ik ben als Ingrid me ruw wakkerschudt. Ik was diep in slaap en droomde over een ouderwetse telefoonbel die maar bleef overgaan. “Brandalarm”, sist Ingrid, “we moeten naar buiten”. Op de stoep voor het hotel in Auckland ontwaak ik langzaam uit het slaapcoma waar ik na 30-urige reis hierheen was beland. Het brandalarm blijkt een oefening. En een wekker, zodat we nog tijd hebben om wat te door de stad te wandelen en de wedstrijdzeilboten in de haven te bekijken.
Met een stoptreintje laten we ons een eindje buiten de stad afzetten en ontlopen zo we de drukke uitvalswegen. Van hier rijden we al snel langs een mooie kustweg en daarna een doorsteek door het weelderige groen van het Coromandel Forest Park. We rijden naar de prachtige, gevarieerde en uitgestrekte geothermische velden van Rotorua en Whakarewarewa (:)), het enorme kratermeer Lake Taupo en naar het Tongariro National Park waar we de trek maken langs Tolkien’s legendarische Mount Doom. Stuk voor stuk geweldige bestemmingen, maar het fietsen ertussen is een stuk minder, want de drukke doorgaande wegen zijn niet te vermijden en de weggebruikers houden absoluut geen rekening met fietsers.
Op het Zuidereiland is het iets rustiger, maar ook daar gaan we regelmatig van de fiets om een stuk te lopen naar bijvoorbeeld de gletsjers van Tai Poutini National Park en de bergpaden rond Mount Cook. Toch fietsen we hier ook mooie stukken langs de noord- en westkust, langs de tot fietspad omgebouwde Otago Rail Trail, en tenslotte de 80 km lange Mt Cook Road die doodloopt en we dus twee keer mogen rijden. Ze zijn er wel, de mooie en rustige wegen, maar ze liggen verspreid door het land en je moet geen haast hebben.
Al met al vonden we Nieuw Zeeland prachtig, maar geschikter om met ander vervoer dan de fiets naar de verschillende natuurparken te rijden en daar genoeg tijd te hebben om met rugzak of mountainbike die gebieden in te trekken. Dat is echt de enige keer dat we die ervaring hebben gehad; meestal vinden we het reizen op z’n minst zo leuk als de bestemmingen zelf.