De navigatie van Sesriem naar Solitaire is makkelijk: 10 km naar de eerste kruising, dan 60 km naar de volgende afslag en nog 10 km naar wat vroeger de enige benzinepomp was tussen hier en Windhoek. Een prachtige rit door een bergachtig deel van de Namib woestijn.
Het landschap wordt droger en geler, vooral richting de zandwoestijn in het westen. We komen aan in Solitaire, een pleisterplaatsje dat we kennen van het boek van Ton van der Lee. Hij bouwde zo’n beetje alles wat er is eigenhandig op, tot hij er door zijn compagnons met een geweer werd weggejaagd. Het is nu een beetje een hippieplek met grote cactustuinen, de appeltaartbakkerij van Moose, kamelen en allerlei loslopend pluimvee. Er is ook een camping en we eten mee met het Duitse buffet in de lodge die inmiddels ook deel uitmaakt van de enclave.
’s Morgens plunderen we de bakkerij en laden onze fietsen en tassen af met 34 liter water. Dat is hopelijk genoeg om de 280 km leegte naar Swakobmund te overbruggen.
Helaas is de weg hier erg zanderig en we moeten een lang stuk vals plat omhoog, dus de kilo’s laten zich voelen. Wel weer erg mooi, met nu uitgestrekte graslanden afgewisseld met diepe rivierkloven die we moeten passeren.
We willen kamperen in de Kuiseb canyon, weer zo’n rivierkloof. Er was vroeger een camping, maar die is inmiddels weg. Het is een mooie plek met een snelstromend, niet te diep riviertje, waar we zittend op de bodem in kunnen badderen. We zetten de tent op op de brede oever. Hoewel het in de verte flink onweert lijkt het ons wel veilig, want het water zou nog een heel stuk moeten stijgen om eventueel de tent te bereiken. Voor de zekerheid tellen we nog even hede stappen van de struik op een meter of zes van de tent naar het water (nog zes) en gaan dan met een gerust hart naar bed.
Om 11 uur wordt Ingrid wakker en vindt het geruis toch wel wat luider dan eerder. Koen gaat er even uit om te kijken en ons struikje wordt inmiddels al aardig door de golven bedreigd.
Het kabbelende stroompje is nu een behoorlijke wildwatermassa geworden. Het besluit is snel genomen: weg hier.
Snel pakken we alles in en laden de tassen op de fietsen. Wadend kunnen we nog net onder de brug door zoals we gekomen waren. Om half 12 staan we op de brug en “genieten” nog even van het spektakel. We stellen een passerende vrachtwagenchauffeur gerust en gaan op zoek naar een wat hoger gelegen plekje om de rest van de nacht door te brengen.
De volgende dag slaan af van de doorgaande weg naar Walvisbaai en zijn we helemaal alleen in het eindeloze woestijnlandschap. We stijgen over 20 km naar ruim 1100 meter. Ook hier heeft de regen gezorgd voor groen gras en we zien een paar grote kuddes zebra’s grazen. We kamperen bij een vogelobservatieplek midden in de uitgestrekte vlakte. Tijdens het koken komen grote gieren overvliegen en als het donker wordt zorgt de onweer boven de bergen iaan de horizon voor een mooie lichtshow.
We vertrekken vroeg en als we al een paar km op de weg naar Swakopmund zitten worden we staande gehouden door een park patrol. Hij is onze fietssporen gevolgd en vraagt of we een permit hebben om hier te fietsen. Ja, die hebben we, gekocht in Sesriem.
Hij beweert dat ze die permit nooit hadden mogen uitgeven omdat het gebied voor fietsers alleen toegankelijk is met een “special permit” en een melding aan het district Swakopmund. Als antwoord op het waarom voor de regel zegt hij dat het “for your safety” is, al kan hij ook niet precies uitleggen hoe de status van een stempel dat verschil kan maken. We komen er vanaf met een waarschuwing.
Het landschap verandert nog twee keer compleet: eerst in een soort maanlandschap met verschillende kleuren steen en zand en bergmassieven op de achtergrond. Vervolgens in een eindeloze stenige woestijn waar we tientallen kilometers langs de waterpijplijn van de nabijgelegen uraniummijn rijden. Grote delen hier zijn geasfalteerd (zogenaamde “dust free zones, u aangeboden door de ontginningsmaatschappij”). Op iets lager gelegen waterafvoerdalletjes houden taaie plantjes het uit, waaronder de Welwitschia die wel 2000 jaar kan worden.
Op 3 km voor Swakopmund gebeurt waar we eergisteren al voor gewaarschuwd waren: de weg naar de stad is afgesloten omdat de die door de rivier is ondergelopen en onbegaanbaar is. Dat betekent 60 km omrijden via Walvisbaai. Terwijl we staan de overleggen of we toch gaan proberen door de rivier te waden krijgen we een liftaanbod van een pick-up truck. We nemen het zekere voor het onzekere en laden onze fietsen en tassen in. Net verkeerd om, want de enige plek die voor ons overblijft is achterin het bakkie, dus we zitten een uurtje vol in de wind en het stuifzand.