Balkan en GriekenlandZijderoute 2016-2017

Pech, mazzel, pech, mazzel, bis, bis

posted by Vandeketting 31 mei 2016 5 Comments
Pech

“Stop eens”, zegt Ingrid, een paar kilometer en een flinke klim buiten Kyriaki, waar we vanochtend onze dag begonnen. “Dit is niet goed, toch?” zegt ze terwijl ze in haar remmen knijpt en de stilstaande fiets heen en weer beweegt. Het stuur en de voorvork klapperen alle kanten op. Duidelijk geval van een los balhoofd. Daar is zo niet mee te fietsen. Om het weer vast te zetten heb je twee flinke steeksleutels nodig en die kilo’s hadden we van de paklijst geschrapt met als argument dat we die onderweg wel zouden vinden als het nodig mocht zijn. Klopt waarschijnlijk, alleen nu staan we op een stille bergweg op een vroege zaterdagmorgen. Geen sleutel 36 te bekennen.

We pakken de bagage af en ik rijd met Ingrid’s fiets terug naar het dorp, de hoop gevestigd op een kleine garage op de benedenverdieping van een huis langs de hoofdstraat waar ze gisteravond nog laat aan twee auto’s aan het sleutelen waren. Helaas zit alles nu op slot en is er niemand te bekennen. Één van de koffiedrinkende oude mannen die hier overal en altijd voor de vele barretjes zitten komt poolshoogte nemen. “Bel maar aan”, gebaart hij naar de deur naast de garage als hij ziet wat het probleem is. Het onwakkere hoofd van een vrouw verschijnt op het balkon erboven. Opa helpt uitleggen. De vrouw komt naar beneden, opent de garagedeur en gedrieën zoeken we tussen het gereedschap naar de benodigde spullen. De juiste sleutel ontbreekt, maar met een flinke waterpomptang en een kolossale bahco probeer ik terug op straat voorzichtig de bovenste ring los te draaien, een beetje benauwd dat ik de boel forceer met het grove en niet geheel passende materiaal. De ring zit toch behoorlijk vast en ik krijg hem niet meteen los. Een tweede man heeft zich van het terras losgemaakt. “Ich weiß”, zegt hij, pakt resoluut de grootste tang af en geeft een onbehouwen ruk aan de ring. Die komt inderdaad los. Gelukkig verder niets en nu kunnen we met de andere ring de speling verhelpen en alles weer vastzetten.

Zo is ermee te rijden, maar het binnenwerk loopt nog wel hakkelig. Dat mag op de lijst voor als we een fietsenmaker vinden, want iets uit elkaar halen zonder eventuele vervangonderdelen bij de hand lijkt me niet verstandig. Dat geldt ook voor de moer van Ingrid’s zadel die gistermiddag opeens afbrak maar nog wel vastzit. En dan zijn we al een paar weken op zoek naar een setje extra reserveremblokken omdat die toch wat sneller slijten dan gedacht. Ik fiets weer terug naar boven. Ingrid is inmiddels één Candy Crush level verder en heeft naar huis gebeld om te zeggen dat alles goed gaat. Goed bestede tijd dus.

We fietsen verder de pas op door een mooi groen berglandschap. Zo te zien wordt er flink honing geproduceerd, want langs de helling staan honderden bijenkasten. Ik loop naar een paar geelgeverfde exemplaren om er een foto van te maken. Blijkbaar is de honing de laatste tijd iets te vaak gejat, want toch nog op respectvolle afstand krijg ik een zwerm darren op me af die duidelijk niet van het bezoek gediend zijn. De stenen die ik al 500 km in m’n achterzakken heb tegen agressieve honden bieden geen soelaas, dus ik ren mijn eerste meters sinds we zeven weken geleden zijn vertrokken. Niet snel genoeg en met drie ferme steken in mijn hoofd maken de bijen duidelijk wie hier de baas is. Bij een volgende fotostop, tien kilometer verderop in de afdaling, neemt een daas of andere steekvlieg ook Ingrid te pakken met een felle hap bij haar lies. Een beetje dizzy door zoveel insectengeweld racen we het dal in, volgen het voorbeeld van de Grieken en installeren ons met een ijskoffie op het eerste terras dat we tegenkomen.

Nu door een droog en dor landschap en onder een brandende zon puffen we verder in de richting van Athene dat we morgen willen halen. Op één van de felle klimmetjes voelt mijn fiets opeens wat zwabberig en het lijkt of de versnelling slipt. Inspectie leert dat een oog van mijn frame is afgebroken. Een essentieel oog, want het is de bevestiging van de bagagedrager én van de plaat waarmee de versnellingsnaaf op z’n plek wordt gehouden. Ook hier is niet mee te fietsen en we overwegen onze opties. Lopen of liften naar de volgende plaats en kijken of we morgen een bus naar Piraeus kunnen vinden lijkt het beste alternatief. Ingrid probeert een lift te versieren met een pick-up truckje dat langskomt, maar de chauffeur is on-Grieks onbehulpzaam en in plaats van een alleszins begrijpelijk “nee, sorry” verzint hij meer smoezen per minuut dan Tsipras en Varoufakis bijelkaar.

Ik zet intussen het wiel terug in het frame zodat we in elk geval kunnen lopen. Op de één of andere manier valt de moer met de bevestiging van de bagagedrager en het fixatienokje voor de naaf in een ander gat van de naafplaat en zowaar houdt de hele boel elkaar zo’n beetje op z’n plek. Voorzichtig probeer ik wat te fietsen en het gaat… We rijden de resterende zes kilometer naar Erithres op zoek naar een plek om te overnachten en morgen voor vervoer te kijken. “IJzerhandel”, roept Ingrid als we door het plaatsje rijden. En inderdaad, links van de weg is een rommelige werkplaats met een draaibank, persluchtcilinders, verspreid gereedschap en een kanariekooi. Het is al laat op zaterdagavond, maar de deur staat nog op een kier, dus we bellen voorzichtig met de fietsbel. Van achter een volgeladen aanhanger verschijnt de vriendelijke eigenaar. Hij ziet meteen wat er aan de hand is en legt zijn lasspullen klaar. Hij belt nog even zijn dochter die komt tolken en gaat dan aan de slag. Met blote handen en zonder tang geeft hij de eerste lastikken om het oog weer op zijn plek te zetten. Dan werkt hij het stevig af en tapt er een nieuw schroefdraad in zodat de lange bout er weer soepel door loopt. Wat een vakman en wat een geluk dat we die zo laat nog troffen. En ik prijs me gelukkig met mijn stalen frame dat op deze manier te repareren is. Met aluminium is dat een stuk lastiger.

Inmiddels is het acht uur geweest en over een uur is het donker. We vragen verschillende mensen, maar iedereen verzekert ons dat hier geen overnachtingsmogelijkheden zijn. De dichtstbijzijnde is acht kilometer terug in het vorige plaatsje. OK, dat moet dan maar, dus snel even langs de bank om te pinnen, want alles gaat hier met cash en onze portemonnee is bijna leeg. Helaas is het één of andere lokale bank en werken onze bankpasjes en creditcard niet. In het plaatsje van het hotel is geen bank, verzekert men ons, de dichtstbijzijnde is 15 km de verkeerde kant op. Dat wordt niks, dus we fietsen verder in de richting waar we heen moeten op zoek naar een kampeerplek. Dat is omhoog en over een grote weg uitgehakt in de rotsen, dus we vorderen tergend langzaam en vinden geen geschikte plek. Als het al onverantwoord schemert is er eindelijk een gravelweggetje omhoog het bos in. Na een kilometer bereiken we de top en vinden we een vlak stukje in hoog gras. Bij het allerlaatste schemerlicht zetten we de tent op, offeren een halve liter water op voor een ondiep laagje in ons wasteiltje voor een gezamenlijke wasbeurt en eten snel wat van het houdbare brood dat nog ergens in de tassen zat.

Als we opgelucht de dag van ons af lachen en tevreden met onszelf constateren dat we deze survivaltraining goed hebben doorstaan klinkt van dichtbij opeens een diepe grom, gevolgd door geschuifel rond de tent. “Wat was dat?” vragen we elkaar overbodig en geschrokken. We strepen de kandidaten af waarvan we weten dat die in Griekenland voorkomen: wild zwijn, bruine beer, zwervende honden, wolf eventueel… We besluiten dat die allemaal mensen in principe uit de weg gaan, tenzij ze zich bedreigd voelen, dus we houden ons schuil in de tent en proberen met praten onze aanwezigheid kenbaar te maken. Het ritselende gras langs de tent is moeilijk te onderscheiden van grazend wild, dus het duurt even voor we rustig slapen, maar we kunnen het de volgende dag allemaal navertellen op ons logeeradres in Piraeus.

We slapen bij een Griekse fietser en hij wijst ons op maandagmorgen een fietsenmaker een straat verderop. Daar treffen we een vakkundig duo dat ook weer bereid is direct in actie te komen. Een lager in Ingrid’s balhoofd blijkt compleet verroest en versleten. Ze hebben het niet op voorraad, maar ze slopen er één uit de verkoopfietsen en fixen de boel. Zo ook het zadel en ze blijken één van de weinige fietsenmakers in Griekenland die onze hydraulische remblokken verkopen.

Op de boot richting Turkije zitten we nu te bedenken waaraan we zoveel mazzel hebben verdiend.

 

You may also like

5 Comments

kurt koevoets 31 mei 2016 at 18:34

De noodzaak tot een luchtbrug ter aanvulling van de deployed spares package is weer even afgwend…

Reply
Vandeketting 31 mei 2016 at 20:16

Stop er maar een pak hagelslag en een Volkskrant in 🙂

Reply
Marloes Stam 31 mei 2016 at 18:45

Pfff wat een avontuur. En wat een mazzel toch ook wel. En soms moet je gewoon veel geluk hebben. We kijken uit naar jullie volgende avontuur. Groetjes uit Hoofddorp

Reply
Johnny Joosse 1 juni 2016 at 10:34

Een level verder in Candy Crush. Bij al dat slechte nieuws toch ook goed nieuws hahaha.

Veel succes. Inmiddels hebben jullie hier op mijn werk ook enkele fans. :o)

Reply
Vandeketting 1 juni 2016 at 20:29

Wordt deze deserteur toch nog een beetje bekend in Zeeland 😉

Reply

Leave a Comment