“Welke grens?” De receptionist van ons hotel in Vayk is al de derde Armeniër vandaag die ons niet begrijpend aankijkt als we informeren of de weg van Goris naar Kapan veilig te fietsen is. Die weg loopt pal langs de grens met Azerbeidzjan en is vanwege het recent weer opgelaaide conflict tussen beide landen diep roodgekleurd op de reisadvies site van Buitenlandse Zaken. Het grensgebied aan de andere kant is Nagorno Karabach, volgens internationale consensus Azerbeidzjaans grondgebied, maar de regio heeft het zich in 1991 onafhankelijk verklaard (door niemand erkend) en in de praktijk maakt Armenië er de dienst uit. De hotelmanager neemt ons mee naar een grote landkaart aan de muur waarin het gebied inderdaad als Armeense provincie staat aangegeven. “Zie je wel, geen grens”, bewijst hij zijn gelijk. Volgens hem is het er rustig en kun je er prima reizen. Als we verder die kant op fietsen worden we echter verschillende keren ingehaald door jeeps van de VN vluchtelingenorganisatie en de tak van het Rode Kruis die in brandhaarden actief is, dus helemaal pluis lijkt het ons er toch niet. We houden het maar even bij de grensweg, de enige route naar Iran, waar inderdaad niets wijst op een grensovergang of recente schermutselingen, behalve misschien de militaire patrouilles die worden uitgevoerd door een lift te bietsen van langskomende automobilisten en vrachtwagens.
Het is niet de eerste en ook niet de laatste keer dat we hier in de regio (Oost Turkije, Caucasus, Iran) mensen ontmoeten die met subjectief gemanipuleerde kaarten een groter rijk claimen dan de huidige grenzen hen doen toekomen. Op de kaart in het hotel stonden ook “Armeense kerken” in gebieden die nu bij Georgië, Turkije of Iran horen: een verwijzing naar de tijd dat het Armeense Rijk een flink stuk groter was dan nu. Dat was rond het jaar min 100 en het punt is natuurlijk dat dit gebied in z’n lange geschiedenis een prooi is geweest van zo’n beetje elke dominante wereldmacht. De Macedoniërs, Romeinen, Byzantijnen, Perzen, Arabieren, Mongolen en Russen hadden het er ooit voor te zeggen en overal waar we komen tovert wel iemand een historische kaart tevoorschijn van het moment dat zijn favoriete rijk aan de macht was. Als wij daar lachend op reageren en zeggen dat we net een andere versie hebben gezien reageren ze daar oprecht verbaasd op en wijzen weer naar hun eigen kaart. “Het staat er toch?”
Armenië is overigens wel een soort mirakel van de internationale diplomatie. Want terwijl ze dus de wereldopinie inzake Karabach aan hun laars lappen zijn ze wel actief bevriend met zowel Amerika, Rusland als Iran en dat kunnen maar weinig landen zeggen. Tegelijk leven ze op voet van oorlog met twee van hun buren, want naast het conflict met Azerbeidzjan is er de onopgeloste “kwestie Armeense Genocide”, zoals wij het in Nederland geloof ik moeten noemen, die de relatie met Turkije zo gespannen maakt dat er zelfs Russische militairen worden ingehuurd om te helpen de grens te bewaken. Humor hebben ze overigens wel. Vorig jaar maakte ik voor m’n werk een bio-tje van de Azerbeidzjaanse president Aliyev en zijn hoofd zie ik nu terug als het doelwit in een schiettent op de kleine kermis in Gyumri.
Gyumri, wie kent dat nog? Ik was in elk geval glad vergeten dat deze stad, de tweede van Armenië, in 1988 compleet werd weggevaagd bij een aardbeving die 25-50.000 mensen het leven kostte. Het lot der vergetelheid van rampenplaatsen ver weg. Maar ter plekke helen de wonden natuurlijk veel langzamer en we zijn onder de indruk van de vele straten waar oude gevels nog altijd als façades overeind staan terwijl de achterliggende puinhopen wachten op herbouw en een nieuwe functie. En van het verhaal van onze B&B gastvrouw die met acht medestudenten zes uur onder het puin van het universiteitsrestaurant lag en uiteindelijk als één van de twee werd gered.
We doorkruisen het land van noordwest tot zuidoost, zo’n 600 bloedmooie kilometers. In het noorden grotendeels over grassige hoogvlaktes met verre bergketens aan de horizon en langs het hooggelegen Sevan meer waar transportcontainers een tweede leven leiden als vakantiewoning. We rijden langs Mount Aragats, Armenië’s hoogste berg, niet te verwarren met de veel hogere en bekendere Mount Ararat die we weliswaar in de verte zien opdoemen, maar die tot frustratie van de Armenen nu in Turkije ligt. Ter compensatie hebben ze wel het merk Ararat ingepikt en gebruiken ze het voor producten variërend van Armeense cognac en sigaretten tot verzekeringen en sportclubs. Meer naar het zuiden klimmen we over vier passen van 2400-2500 meter hoog en dalen tussendoor een paar keer af in diepe en droge ravijndalen met mooie rotsformaties en kleine stadjes en fruitbomen op de smalle strook langs de riviertjes. Langs Sevan halen we nog eens de handschoenen en regenjas uit de tas tijdens felle hagel- en onweersbuien; als we afdalen richting de grens met Iran stijgt de temperatuur snel tot tegen de 40 graden.
Ook voor geschiedenisliefhebbers is er veel te beleven. Armenië was het eerste Christelijke land, geïnspireerd door reizen van de Apostelen Thaddeus en Bartholomeus zelf en op veel plekken zijn mooie oude kloosters bewaard gebleven. Wel vaak op onmogelijk afgelegen plekken die zeker een halve dag fietsen kosten, dus we zijn noodgedwongen selectief in onze bezoeken. We maken wel de omweg langs de 5000 jaar oude nederzetting en begraafplaats met ruim 200 metershoge basaltblokken, neergezet in op astronomie gebaseerde verhoudingen. De beheerder van de site vindt het prima als we er onze tent opzetten en zo brengen we een nacht door onder de heldere sterrenhemel op deze magische en afgelegen plek. Kom daar maar eens om in Stonehenge.
Net als in Georgië doet het stads- en straatbeeld Sovjetachtig aan en verschillende mensen die we spreken zeggen terug te verlangen naar die tijd toen het in hun ogen beter ging met de economie en het functioneren van de overheid. Officieel 10%, maar misschien wel een kwart van de Armeniërs heeft na de onafhankelijkheid het land verlaten, op zoek naar een betere toekomst. Samen met de eerder ontheemden zorgt dat ervoor dat er maar 3 miljoen Armeniërs in het thuisland wonen en ruim 10 miljoen elders. Los Angeles heeft bijvoorbeeld een grote gemeenschap, maar ook de twee kleermakerbroers in Deurne waar we wel eens komen zijn emigranten uit het land. We komen verschillende mensen tegen die terug zijn voor vakantie en familiebezoek. Velen hebben nostalgische heimwee, maar voorlopig geen terugkeerplannen. Wel terug was iemand die lang in Twente had gewoond en ons wel wilde helpen bij het winkelen in de supermarkt. Dat was handig, want mijn gebarenconversatie met een winkelmeisje dreigde te escaleren. “Sluit deze dop goed?”, vroeg ik haar toch duidelijk met een rechtsdraaiende handbeweging. Onze vorige jampot had gelekt in de tas en deze zag er ook nogal onbetrouwbaar authentiek uit. “Nee, natuurlijk mag je die pot niet openmaken in de winkel“, antwoordde ze onverbiddelijk. Nadere Hints pogingen brachten ons niet nader tot elkaar, tot onze tolkende Tukker het misverstand uit de wereld hielp.
Twente, Drenthe en andere regio’s waar nog veel geklust wordt zien we ook regelmatig terug op de vele geïmporteerde bestelbusjes, meestal met de teksten van de vorige eigenaar er nog op. We turven een flink Nederlands wagenpark van loodgieters, timmerbedrijven of schoorsteenbouwers bij elkaar. Helaas zijn de meeste niet meer APK-waardig en braken ze enorme walmende roetwolken uit. Gelukkig rijdt een groot deel van de auto’s op Russisch gas, anders was het leed niet te overzien geweest.
Armenië, klein, onbekend, maar fascinerend en prachtig mooi. We zijn blij dat we deze extra slinger in onze route hebben opgenomen. Op naar Iran.
1 Comment
Armenië. Moet bekennen dat ik het eigenlijk niet eens zou kunnen aanwijzen op de kaart, maar nu wel. Dat is al een winstpunt. En fijn dat ik nu een stuk meer weet over de historie. Keileuk!
Ben ook erg benieuwd hoe jullie reis gaat na het enorme Iran. Even wachten nog. En hoe gaat het fietsen zelf?