Nippend aan een kokosnoot shake, terwijl we aan ons tafeltje onder de schaduw van een palmboom op een strandje aan de Golf van Thailand wachten op de verse vis met mango, dwalen mijn gedachten af naar onze tweede fietsreis in 1988. In het beeld dat bovenkomt rijden we in onze plastic regenpakken in een wolk. Het zou de mooiste weg van Wales moeten zijn, maar we zien alleen een grijs en nat decor met af en toe een paar treurige schapen in de zompige berm. Ingrid had zich erg verheugd op het mystieke Keltische land, de ruige kale bergen, de kleurige vissersplaatsjes onder de steile kliffen langs de kust. We hebben er weinig van gezien en herinneren ons vooral de avonden dat we rillend in de slaapzak onze natte kleren probeerden te drogen. Toen we thuiskwamen was zelfs onze sleutelbos verroest.
Ze had voor minder teleurstelling de fiets voorgoed aan de kant kunnen gooien. Het was een vergissing die velen maken: niet te ver van huis uitproberen of je een fietsvakantie leuk vindt, met dus een aanzienlijke kans dat het door slecht weer op een minder fijne ervaring uitdraait. Gelukkig bleek Ingrid niet van suiker en bleef ze fietsen, maar beginnende fietsers raden we toch van harte aan om een zonnige bestemming te kiezen die zich leent voor prettig en zorgeloos zwerven. Spanje was altijd onze favoriete tip, maar sinds kort heeft het land er een geduchte concurrent bij: Thailand.
Zelden waren we op plekken waar het zo makkelijk is om alles te combineren wat het reizen op de fiets zo leuk maakt: mooi weer, lekker eten, aardige mensen die goed Engels spreken, prachtige en gevarieerde landschappen met genoeg kleine/rustige wegen. De meeste landen zijn op hun mooist in de bergen, wat het fietsen vaak zwaar maakt. In Thailand kijk je juist op de vlakke wegen langs de kust en de licht glooiende doorsteken door de tropische jungle relaxed peddelend je ogen uit, zonder dat je daarbij het gevoel hebt op een tamme bejaardenroute te zitten. De prettig chaotische sfeer van Zuidoost Azië is overal, maar het is veruit het meest ontwikkelde land in de regio waar we tot nu toe waren en de westerse luxe is altijd dichtbij. We waren van tevoren een beetje bezorgd dat we het te toeristisch en overlopen zouden vinden, maar op een aantal goed verpeste party hubs na valt dat reuze mee. Meer dan eens vonden we onszelf tijdens een snackstop of een avondduik verbaasd terug op totaal verlaten idyllische strandjes.
Het scheelt misschien dat het dit jaar aanmerkelijk rustiger is dan anders. Vorig jaar oktober is de Thaise koning overleden die ruim 70 jaar op de troon had gezeten. Tot zijn crematie, pas na ongeveer een jaar, is het land officieel in rouw. Je ziet overal portretten en zwart-witte linten en op TV is elke avond een ruime samenvatting van de rouwstoet die die dag langs de baar in Bangkok is getrokken. Verder merk je er niet veel van, maar de waarschuwing dat al te uitbundig gedrag niet op prijs gesteld wordt heeft blijkbaar toch veel feestgangers afgeschrikt. Daarbij heeft het zuidelijke deel van het land tot een paar weken geleden flink wat overstromingen gehad doordat de regentijd veel langer duurde dan anders. Ook dat heeft veel mensen een andere bestemming doen kiezen. We zien op sommige plaatsen nog wat weggespoelde huizen, wegen en rivieroevers en als we over kleine weggetjes de doorsteek van de oost- naar de westkust willen maken stuiten we een aantal keer achter elkaar op nog afgesloten wegen en halen we de eerstvolgende overnachtingsmogelijkheid alleen voor het donker dankzij een aangeboden lift in de laadbak van de pick-up truck die we aanhielden om de weg te vragen.
Samen met één schamele bloedzuiger opgelopen tijdens een jungle trek is dat is wel ongeveer het grootste avontuur dat we te melden hebben na vier weken Thailand (of het moet de snorkeltrip zijn waarin we in drie dagen tijd maar liefst tien keer hebben gezwommen – ver voorbij onze comfortzone). We noemen het het vakantiedeel van onze reis en we genieten ervan om op deze manier ontspannen uit te bollen richting het eindpunt. Hoewel… Toen we vandaag onze route bepaalden hadden we opeens allebei geen zin in het mooie, maar toeristische eiland Koh Lanta. In plaats daarvan kozen we voor een rit door het binnenland en een stukje vastelandkust dat alleen Thaise gasten trekt. Het eindpunt was het onbeduidende provinciestadje Kantang waar we vanavond de enige buitenlanders waren op een druk en gezellig straatterras dat heerlijke Thaise tapas serveerde voor een dubbeltje per stuk. Dat blijft toch wat we het liefste doen: een beetje opgaan in het normale leven van de gebieden waar we doorheen trekken en die zo wat beter leren kennen.
Over een paar dagen rijden we Maleisië binnen voor het laatste stuk richting Singapore. Het mag wel weer een tikkeltje minder Bounty.
4 Comments
Hoihoi! Leuk om te lezen, vanonder mijn klamboe in bed in het zonnige Thailand!
Wij doen op dit moment ook 3 weekjes Thailand en daarna een weekje Singapore, jullie zijn ons net voor! Heerlijk land idd, deel jullie gevoel van ideaal vakantieland. Wij mijden ook de partyhubs en zijn in Koh Yao Yai beland, heerlijk rustig eiland maar toch bounty gevoel.
Geniet van jullie laatste weekjes van jullie geweldig avontuur
Erg genoten van al jullie verhalen…. jullie hebben een deeltje van de wereld op zo’n natuurlijke wijze leren kennen… benieuwd wat dat met jullie toekomstige reis/vakantie-wensen doet!
Groet vanuit Bankrut in Thailand waar we de afgelopen 3 weken ook wat hebben ronfgereisd met onze kleintjes.
Ha Arjan en Ewout. We hebben jullie net gemist: in Ban Krut zijn we ook een nacht geweest. Heerlijk plaatsje, zo uit de bungalow de zee in. Op Ban Yao Yai waren we niet, maar eergisteren wel op Ban Yao Noi, het eiland ten noorden ervan. Inderdaad twee secret beauties en nog redelijk onontdekt. Fijne vakantie allemaal!
Wauw wat hebben jullie het heerlijk… geniet ervan… Warme Groetjes Caroline Baay